{"id":4017,"date":"2019-07-04T07:50:22","date_gmt":"2019-07-04T06:50:22","guid":{"rendered":"http:\/\/fisaccount.be\/?p=4017"},"modified":"2019-07-04T07:50:23","modified_gmt":"2019-07-04T06:50:23","slug":"btw-vrijstelling-paramedische-handelingen-niet-enkel-voor-gereglementeerde-beroepen","status":"publish","type":"post","link":"https:\/\/fisaccount.be\/btw-vrijstelling-paramedische-handelingen-niet-enkel-voor-gereglementeerde-beroepen\/","title":{"rendered":"Btw-vrijstelling (para)medische handelingen niet enkel voor gereglementeerde beroepen"},"content":{"rendered":"\n
De wet van 26 december 2015 voerde voor de btw-vrijstelling voor \nparamedische beroepen de voorwaarde in dat het moet gaan om een erkend \nparamedisch beroep en dat de vrijstelling enkel van toepassing is op de \nbehandelingen welke opgenomen zijn in de RIZIV-nomenclatuur (artikel 44,\n \u00a7 1, 3\u00b0 Wbtw). Daarnaast werden de prestaties met een louter esthetisch\n doel die worden verricht door artsen, tandartsen en kinesisten, in \nprincipe van de btw-vrijstelling uitgesloten (artikel 44, \u00a7 1, 1\u00b0, 2de<\/sup> lid Wbtw).<\/p>\n\n\n\n Bij het Grondwettelijk Hof werden diverse verzoeken tot \nnietigverklaring van deze regeling (artikelen 110, 111 en 112 van de wet\n van 26 december 2015) ingediend door:<\/p>\n\n\n\n Het Grondwettelijk Hof stelde in deze zaken drie prejudici\u00eble vragen aan het Europese Hof van Justitie. Dat heeft nu beslist dat de btw-vrijstelling voor medische prestaties niet beperkt mag worden tot de door de Belgische wetgeving gereglementeerde beroepen.<\/p>\n\n\n\n De lidstaten beschikken over een beoordelingsvrijheid bij de \nomschrijving van de beroepen waarvan de medische verzorging van btw is \nvrijgesteld, in het bijzonder bij de bepaling welke kwalificaties voor \nde uitoefening van deze beroepen vereist zijn. Zij moeten daarbij ervoor\n zorgen dat die vrijstelling enkel geldt voor medische verzorging die \neen voldoende kwaliteitsniveau heeft en waken over de fiscale \nneutraliteit.<\/p>\n\n\n\n Omdat er naast de loutere reglementering van het beroep nog andere \u00a0doeltreffende methoden denkbaar zijn voor de controle van die beroepskwalificaties, is de btw-vrijstelling niet voorbehouden aan de beoefenaars van een door de wetgeving van de betrokken lidstaat gereglementeerd beroep. Bovendien is dat reglementaire kader slechts \u00e9\u00e9n van de vele elementen waarmee rekening gehouden moet worden om te bepalen of een btw-plichtige de vereiste beroepskwalificaties bezit om die vrijstelling te genieten.<\/p>\n\n\n\n De ministerraad had het Grondwettelijk Hof gevraagd om in het geval van een eventuele vernietiging van de wijziging aan het Wbtw van de btw-vrijstelling voor paramedische beroepen, de gevolgen van die vernietigde bepaling toch tijdelijk in stand te houden tot onze wetgeving in overeenstemming is gebracht met de btw-richtlijn. Maar het Europese Hof verbiedt ons Grondwettelijk Hof aan die vraag een positief gevolg te geven. <\/p>\n\n\n\n De plastische chirurgen kaartten dan weer het verschil aan tussen de \nbtw-tarieven voor medicijnen die verstrekt worden enerzijds in het kader\n van een esthetische ingreep of behandeling (21%) en anderzijds bij een \ntherapeutische ingreep of behandeling (6%).<\/p>\n\n\n\n Hier beschikken de lidstaten over de bevoegdheid om het verlaagd btw-tarief voor te behouden voor bepaalde specifieke farmaceutische producten of medische hulpmiddelen, zolang de neutraliteit wordt gerespecteerd (gelijke behandeling van soortgelijke goederen die met elkaar concurreren). Volgens het Hof wordt die neutraliteit niet geschonden door een verschil in btw-tarief naargelang een therapeutisch of een esthetisch doel omdat er in dit geval sprake is van twee duidelijk gescheiden vormen van concreet gebruik die uit het oogpunt van de gemiddelde consument niet aan dezelfde behoefte beantwoorden.<\/p>\n\n\n\n <\/p>\n\n\n\nNiet enkel voor gereglementeerde beroepen<\/h4>\n\n\n\n
Geen overgangsregeling<\/h4>\n\n\n\n
Geneesmiddelen bij esthetische ingrepen<\/h4>\n\n\n\n