Tankkaart en brandstofkosten
Wanneer een vennootschap een bedrijfswagen ter beschikking stelt van een werknemer of bedrijfsleider, moeten de aftrekbare kosten in verband met deze wagen worden toegevoegd aan haar verworpen uitgaven ten belope van 17 % van het voordeel dat belastbaar is in hoofde van de genieter (art. 198, § 1, 9° WIB92).
Deze verwerping ten belope van 17 % van het belastbaar voordeel, wordt vervangen door een verwerping ten belope van 40 %, wanneer de vennootschap de brandstofkosten “verbonden met [het] persoonlijk gebruik geheel of gedeeltelijk” ten laste neemt.
Verrassend is dat op geen enkele manier een onderscheid maakt tussen gevallen waarin de vennootschap het geheel van de brandstofkosten (voor persoonlijk gebruik door de genieter), dan wel slechts een gedeelte ten laste neemt. De kleinste tenlasteneming volstaat om het percentage van 17 % te doen kantelen naar 40 %.