Berichten

Steunmaatregelen Corona-virus

Aangezien u en uw onderneming door de Corona-crisis ongetwijfeld een bewogen periode meemaken, hebben wij de voornaamste maatregelen die voor uw onderneming van toepassing kunnen zijn, trachten in een overzichtelijke samenvatting op te sommen. De maatregelen m.b.t. uw werknemers (economische werkloosheid) zijn hierbij niet opgenomen, hiervoor verwijzen wij u graag door naar uw sociaal secretariaat die omtrent deze materie beter geplaatst is om u veder te helpen.

Indien wij u kunnen bijstaan in bepaalde aanvragen voor premies / betalingsuitstel, aarzel niet om ons te contacteren.

hinderpremie

Voor Wie?

Voor ondernemingen met een exploitatiezetel in het Vlaamse Gewest.

Voor wat?

Getroffen zijn door de verplichte steunmaatregelen.

Bedrag:

€ 4.000,00

Uiterste datum aanvraag:

ten laatste binnen de 30 kalenderdagen na het aflopen van de verplichte sluitingsperiode.

Meer informatie (o.a. welke bedrijven verplicht moeten sluiten, aanvraagprocedure).

Voor meer info kan u terecht op de website van vlaio.

Overbrugginsrecht

Voor wie?

Zelfstandigen in hoofdberoep (ook bedrijfsleiders).

Voor wat?

Onderbreking van de activiteit ten gevolge van het Coronavirus.

Opgelet! Indien de onderneming niet verplicht moet sluiten: minimum 7 opeenvolgende kalenderdagen onderbreking voor elke maand waarvoor je het overbruggingsrecht aanvraagt!

Bedrag:

€ 1.291,69 (of € 1.614,10 met gezinslast)

Uiterste datum aanvraag:

Aanvraag indienen voor het einde van het tweede kwartaal na de onderbreking of stopzetting

Algemene informatie: Sociale Zekerheid Zelfstandige Ondernemers

Voor de aanvraagprocedure dient er contact opgenomen te worden om uw sociaal verzekeringsfonds (in de meeste gevallen is er reeds een online aanvraagformulier ter beschikking).

Betalingsmoeilijkheden wegens de coronacrisis

Naast de bovenstaande premies, zijn er eveneens maatregelen i.v.m. de betalingstermijnen voor sociale en fiscale schulden.

Door de onderneming aan te vragen:

Door de onderneming aan te vragen uitstel of vrijstelling van sociale bijdragen voor zelfstandigen.

Voor sociale bijdragen van het eerste en tweede kwartaal van het jaar 2020 kan een uitstel worden verkregen van één jaar zonder dat daarvoor verhogingen zullen worden aangerekend en zonder invloed op de uitkeringen. Hiervoor dient te worden bewezen dat de zelfstandige financiële moeilijkheden ondervindt door het coronavirus.

Uiterste datum aanvraag:

Kan ingediend worden tot 15 juni 2020.

Voor meer info kan u terecht op de website van sociale zekerheid zelfstandige ondernemers of neem contact op met uw sociaal verzekeringsfonds.

Fiscale schulden en BTW

De natuurlijke- of rechtspersonen in het bezit van een ondernemingsnummer (KBO):

  • ongeacht hun activiteitensector;
  • die daadwerkelijk hinder ondervinden ingevolge de verspreiding van het coronavirus, en dit ook kunnen aantonen (vb. een daling van het omzetcijfer, een aanzienlijke daling van de bestellingen en/of reservaties, gevolgen van een “kettingreactie” met partnerondernemingen,…)

De steunmaatregelen kunnen niet toegekend worden aan ondernemingen die, onafhankelijk van het Coronavirus, structurele betaalmoeilijkheden kennen.

Uiterste datum aanvraag:

In te dienen tegen uiterlijk 30 juni 2020.

Meer informatie: Financiën Belgium

Automatisch uitstel van betaling

Sociale bijdragen

Zelfstandigen die hun voorlopige sociale bijdragen van het eerste kwartaal van 2020 niet tijdig voor 31 maart 2020 betalen, zullen omwille van de laattijdige betaling geen verhogingen moeten betalen. Hetzelfde geldt voor de laattijdige betaling van regularisatiebijdragen die op 31 maart 2020 moeten betaald zijn. Die verhogingen vallen automatisch weg. De zelfstandige moet dus geen aanvraag doen.

Fiscale schulden en BTW

Btw Betaling over … Termijn verlengd tot …
Maandaangifte – februari 2020 20 mei 2020
Maandaangifte – maart 2020 20 juni 2020
Kwartaalaangifte – 1ste kwartaal 2020 20 juni 2020
Bedrijfsvoorheffing Betaling over … Termijn verlengd tot …
Maandaangifte – februari 2020 13 mei 2020
Maandaangifte – maart 2020 15 juni 2020
kwartaalaangifte – 1ste kwartaal 2020 15 juni 2020

Betaling van de personenbelasting en de vennootschapsbelasting

Voor de betaling van zowel de personenbelasting als de vennootschapsbelasting, de belasting van niet-inwoners en de rechtspersonenbelasting zal automatisch, bovenop de normale betaaltermijn en zonder aanrekening van nalatigheidsintresten, een extra termijn van 2 maanden worden toegekend. Deze maatregel geldt voor de afrekening van deze belastingen, aanslagjaar 2019, gevestigd vanaf 12 maart 2020.

Voor de betaling van schulden inzake de personen- of vennootschapsbelasting, ook deze gevestigd vóór 12 maart 2020, gelden de aangekondigde steunmaatregelen en zijn extra betaaltermijnen, vrijstelling van nalatigheidsintresten en/of kwijtschelding van boeten wegens laattijdige betaling, op aanvraag, mogelijk (zie puntje 1) Door de onderneming aan te vragen).

Coronavirus – bijkomende steunmaatregelen FOD Financiën

De FOD Financiën komt op de proppen met bijkomende maatregelen om extra financiële ademruimte te creëren voor de bedrijven en zijn ondernemers.

Ondernemingen die financiële moeilijkheden ondervinden door de verspreiding van het coronavirus (COVID-19), konden al steunmaatregelen aanvragen bij de FOD Financiën.

De federale regering heeft nu nog bijkomende maatregelen genomen om extra financiële ademruimte te creëren voor de bedrijven en ondernemers. Zo wil ze de financiële gevolgen van het virus zo veel mogelijk verzachten.

Uitstel voor het indienen van de aangiften in de VenB, RPB en BNI-ven met limietdatum van 16 maart tot en met 30 april 2020

De belastingplichtigen krijgen extra tijd tot en met donderdag 30 april 2020 middernacht voor het indienen van de aangiften in de vennootschapsbelasting, de rechtspersonenbelasting en de belasting niet-inwoners vennootschappen.

Deze bijkomende termijn geldt alleen voor de aangiften met een uiterste indieningdatum van 16 maart tot en met 30 april 2020.

1. Uitstel voor het indienen van BTW-aangiften.

Periodieke aangiften

  • Aangifte over februari 2020, termijn verlengd tot 6 april 2020
  • Aangifte over maart 2020, termijn verlengd tot 7 mei 2020
  • Aangifte over 1ste kwartaal 2020, termijn verlengd tot 7 mei 2020

De starters of houders van een vergunning die de maandelijkse teruggaaf van hun btw-krediet genieten, krijgen ook uitstel, maar slechts tot de 24ste van de maand volgend op de aangifteperiode.

Intracommunautaire opgaven

  • Opgave over februari 2020, termijn verlengd tot 6 april 2020
  • Opgave over maart 2020, termijn verlengd tot 7 mei 2020
  • Opgave over 1ste kwartaal 2020, termijn verlengd tot 7 mei 2020

Jaarlijkse klantenlisting

  • Termijn verlengd tot 30 april 2020
  • Als de belastingplichtige zijn activiteit heeft stopgezet: ten laatste op het einde van de 4de maand na het stopzetten van zijn aan de btw onderworpen activiteit.

2. Betaling van BTW en bedrijfsvoorheffing.

Een automatisch uitstel van betaling van twee maanden voor de btw en bedrijfsvoorheffing zonder boetes of interesten te moeten betalen. 

Dit uitstel geldt voor:

BTW

  • Betaling over maandaangifte – februari 2020, termijn verlengd tot 20 mei 2020
  • Betaling over maandaangifte – maart 2020, termijn verlengd tot 20 juni 2020
  • Betaling over maandaangifte – 1ste kwartaal 2020, termijn verlengd tot 20 juni 2020

Bedrijfsvoorheffing

  • Betaling over maandaangifte – februari 2020, termijn verlengd tot 13 mei 2020
  • Betaling over maandaangifte – maart 2020, termijn verlengd tot 15 juni 2020
  • Betaling over maandaangifte – 1ste kwartaal 2020, termijn verlengd tot 15 juni 2020

Naast dit automatische uitstel van betaling kunt u voor de betaling van de schulden inzake de bedrijfsvoorheffing en btw ook de al eerder afgekondigde steunmaatregelen aanvragen. Via deze aanvraag kunt u bijkomende betaaltermijnen, een vrijstelling van nalatigheidsintresten en/of kwijtschelding van boeten wegens laattijdige betaling worden toegestaan. 

3. Betaling van de personenbelasting en de vennootschapsbelasting.

Voor de betaling van zowel de personenbelasting als de vennootschapsbelasting, de belasting van niet-inwoners en de rechtspersonenbelasting zal automatisch, bovenop de normale betaaltermijn en zonder aanrekening van nalatigheidsintresten, een extra termijn van 2 maanden worden toegekend. Deze maatregel geldt voor de afrekening van deze belastingen, aanslagjaar 2019, gevestigd vanaf 12 maart 2020.

Voor de betaling van schulden inzake de personen- of vennootschapsbelasting, ook deze gevestigd vóór 12 maart 2020, gelden de aangekondigde steunmaatregelen en zijn extra betaaltermijnen, vrijstelling van nalatigheidsintresten en/of kwijtschelding van boeten wegens laattijdige betaling, op aanvraag, mogelijk.”

Indien er bijkomende maatregelen worden aangekondigd zullen wij deze ook bekend maken via onze website en per mail naar al onze klanten. Indien er in de tussentijd vragen zijn kan u altijd contact opnemen met jouw dossierbeheerder.

Bron: FOD Financiën & ITAA

Nieuwe regeling maandelijkse teruggaaf btw-tegoeden voor startende ondernemingen vanaf 1 januari 2020

Met het KB van 29 augustus 2019 (B.S. dd. 05.09.2019) voerde de wetgever voor startende ondernemingen de mogelijkheid in om hun eventuele btw-tegoeden van minstens 245 euro maandelijks te kunnen terugkrijgen. De fiscus verduidelijkt de toepassingsvoorwaarden in de circulaire nr. 128 van 11 december 2019. Deze regeling kan worden toegepast vanaf 1 januari 2020, dus de eerste keer voor het btw-tegoed dat volgt na indiening van de maandaangifte over december 2019 (in te dienen uiterlijk op 20 januari 2020).


Tegelijkertijd stelt de fiscus 2 bijkomende voorwaarden voor de maandelijkse teruggaaf aan andere btw-plichtigen die over een vergunning ‘maandelijkse teruggaaf’ beschikken.

1. Startende onderneming


De starters die van deze regeling gebruik kunnen maken zijn:
• Nieuwe btw-plichtigen die nog nooit voor de btw werden geïdentificeerd;
• Btw-plichtigen die minstens drie maanden na de stopzetting van hun vorige activiteit een andere activiteit aanvangen – de fiscus kijkt hiervoor naar de respectievelijke data waarop de aangifte van stopzetting en de aangifte van aanvang van btw-activiteit werden ingediend;
• Vrijgestelde kleine ondernemingen die binnen de eerste 24 maanden van hun activiteit overgaan naar de normale btw-regeling;
• Nieuwe btw-eenheden (ongeacht de datum waarop de leden individueel ooit werden geïdentificeerd voor btw).
Btw-tegoeden op een ‘globaal’ btw-nummer (waarop iemand tal van buitenlandse btw-plichtigen kan vertegenwoordigen voor btw) komen niet in aanmerking voor deze nieuwe regeling voor starters.


2. Periode waarop het btw-tegoed betrekking heeft


Voor de nieuwe regeling van maandelijkse teruggaaf aan starters komen enkel de btw-tegoeden in aanmerking die betrekking hebben op een aangiftetijdvak dat valt binnen de 24 maanden die volgen op de datum van aanvang van de economische activiteit zoals die is vermeld in de aangifte van aanvang van de activiteit. Dus als die datum bv. 13 december 2019 is, dan geldt deze bijzondere regeling voor de teruggaaf van de btw-tegoeden die voortkomen uit de btw-aangiften tot en met de maand december 2021 (in te dienen tegen 20 januari 2022).
Btw-tegoeden met betrekking tot de periodes daarna zullen op kwartaalbasis voor teruggaaf in aanmerking komen, tenzij de btw-plichtige de vergunning verkrijgt tot maandelijkse teruggaaf zoals bedoeld onder nr. 9 hierna.

3.Aangifteregime


Het spreekt voor zich dat de startende btw-plichtigen die deze maandelijkse teruggaafregeling willen genieten, maandelijkse btw-aangiften zullen moeten indienen.


4. Minimumbedrag


Btw-tegoeden van minder dan 245 euro worden niet terugbetaald maar overgedragen naar de volgende aangifteperiode.


5. Indieningsdatum btw-aangifte


De fiscus wil van deze maandelijkse teruggaaf blijkbaar gebruik maken om starters er toe aan te zetten hun btw-verplichtingen nauwgezet na te leven. Daarom zullen onder deze regeling de btw-tegoeden slechts maandelijks terugbetaald worden als de btw-aangifte waaruit het tegoed volgt is ingediend binnen de wettelijke termijn, dus ten laatste de 20ste van de maand volgend op de maand waarop ze betrekking heeft. De fiscus staat hierop geen enkele tolerantie toe, zelfs niet in de vakantieperiode (geen zomerregeling).


6. Indieningswijze btw-aangifte


De bijzondere maandelijkse teruggaaf voor starters is enkel van toepassing als de maandelijkse btw-aangifte elektronisch wordt ingediend, en dus niet voor btw-plichtigen die op papier indienen omdat ze bv. een vrijstelling van indieningsplicht langs elektronische weg hebben gekregen.


7. Aanvraag btw-tegoed


De btw-plichtige starter die het maandelijkse btw-tegoed terugbetaald wil krijgen, zal net zoals alle andere btw-plichtigen het vakje ‘Vraag om teruggave’ in zijn maandaangifte moeten aankruisen.


8. Intrekking bijzondere teruggaafregeling


De fiscus kan de starter zijn recht op maandelijkse teruggave van btw-tegoeden weigeren als:
• de btw-plichtige niet langer aan voormelde voorwaarden voldoet;
• een teruggave werd verkregen op basis van een onjuiste btw-aangifte;
• er ernstige vermoedens of bewijzen zijn dat de betrokken aangifte of de voorgaande aangiften onjuiste gegevens bevatten die wijzen op een btw-schuld.

Bron: de btw-lijn

Btw-vrijstelling (para)medische handelingen niet enkel voor gereglementeerde beroepen

De wet van 26 december 2015 voerde voor de btw-vrijstelling voor paramedische beroepen de voorwaarde in dat het moet gaan om een erkend paramedisch beroep en dat de vrijstelling enkel van toepassing is op de behandelingen welke opgenomen zijn in de RIZIV-nomenclatuur (artikel 44, § 1, 3° Wbtw). Daarnaast werden de prestaties met een louter esthetisch doel die worden verricht door artsen, tandartsen en kinesisten, in principe van de btw-vrijstelling uitgesloten (artikel 44, § 1, 1°, 2de lid Wbtw).

Bij het Grondwettelijk Hof werden diverse verzoeken tot nietigverklaring van deze regeling (artikelen 110, 111 en 112 van de wet van 26 december 2015) ingediend door:

  • Belgisch Syndicaat van Chiropraxie en Bart Vandendries (rol nr. 6429);
  • de erkende beroepsvereniging  ‘Belgisch Unie van Osteopaten’ en anderen (rol nr. 6462);
  • de bvba ‘Plast.Surg.’ en anderen (rol nr. 6464);
  • de vzw ‘Belgian Society for Private Clinics’ en anderen (rol nr. 6465).

Het Grondwettelijk Hof stelde in deze zaken drie prejudiciële vragen aan het Europese Hof van Justitie. Dat heeft nu beslist dat de btw-vrijstelling voor medische prestaties niet beperkt mag worden tot de door de Belgische wetgeving gereglementeerde beroepen.

Niet enkel voor gereglementeerde beroepen

De lidstaten beschikken over een beoordelingsvrijheid bij de omschrijving van de beroepen waarvan de medische verzorging van btw is vrijgesteld, in het bijzonder bij de bepaling welke kwalificaties voor de uitoefening van deze beroepen vereist zijn. Zij moeten daarbij ervoor zorgen dat die vrijstelling enkel geldt voor medische verzorging die een voldoende kwaliteitsniveau heeft en waken over de fiscale neutraliteit.

Omdat er naast de loutere reglementering van het beroep nog andere  doeltreffende methoden denkbaar zijn voor de controle van die beroepskwalificaties, is de btw-vrijstelling niet voorbehouden aan de beoefenaars van een door de wetgeving van de betrokken lidstaat gereglementeerd beroep. Bovendien is dat reglementaire kader slechts één van de vele elementen waarmee rekening gehouden moet worden om te bepalen of een btw-plichtige de vereiste beroepskwalificaties bezit om die vrijstelling te genieten.

Geen overgangsregeling

De ministerraad had het Grondwettelijk Hof gevraagd om in het geval van een eventuele vernietiging van de wijziging aan het Wbtw van de btw-vrijstelling voor paramedische beroepen, de gevolgen van die vernietigde bepaling toch tijdelijk in stand te houden tot onze wetgeving in overeenstemming is gebracht met de btw-richtlijn. Maar het Europese Hof verbiedt ons Grondwettelijk Hof aan die vraag een positief gevolg te geven.

Geneesmiddelen bij esthetische ingrepen

De plastische chirurgen kaartten dan weer het verschil aan tussen de btw-tarieven voor medicijnen die verstrekt worden enerzijds in het kader van een esthetische ingreep of behandeling (21%) en anderzijds bij een therapeutische ingreep of behandeling (6%).

Hier beschikken de lidstaten over de bevoegdheid om het verlaagd btw-tarief voor te behouden voor bepaalde specifieke farmaceutische producten of medische hulpmiddelen, zolang de neutraliteit wordt gerespecteerd (gelijke behandeling van soortgelijke goederen die met elkaar concurreren). Volgens het Hof wordt die neutraliteit niet geschonden door een verschil in btw-tarief naargelang een therapeutisch of een esthetisch doel omdat er in dit geval sprake is van twee duidelijk gescheiden vormen van concreet gebruik die uit het oogpunt van de gemiddelde consument niet aan dezelfde behoefte beantwoorden.

Bron: De Btw-lijn, HvJ, C-597/17, Belgisch Syndicaat van Chiropraxie e.a., 27 juni 2019