Berichten

Nieuwe regeling maandelijkse teruggaaf btw-tegoeden voor startende ondernemingen vanaf 1 januari 2020

Met het KB van 29 augustus 2019 (B.S. dd. 05.09.2019) voerde de wetgever voor startende ondernemingen de mogelijkheid in om hun eventuele btw-tegoeden van minstens 245 euro maandelijks te kunnen terugkrijgen. De fiscus verduidelijkt de toepassingsvoorwaarden in de circulaire nr. 128 van 11 december 2019. Deze regeling kan worden toegepast vanaf 1 januari 2020, dus de eerste keer voor het btw-tegoed dat volgt na indiening van de maandaangifte over december 2019 (in te dienen uiterlijk op 20 januari 2020).


Tegelijkertijd stelt de fiscus 2 bijkomende voorwaarden voor de maandelijkse teruggaaf aan andere btw-plichtigen die over een vergunning ‘maandelijkse teruggaaf’ beschikken.

1. Startende onderneming


De starters die van deze regeling gebruik kunnen maken zijn:
• Nieuwe btw-plichtigen die nog nooit voor de btw werden geïdentificeerd;
• Btw-plichtigen die minstens drie maanden na de stopzetting van hun vorige activiteit een andere activiteit aanvangen – de fiscus kijkt hiervoor naar de respectievelijke data waarop de aangifte van stopzetting en de aangifte van aanvang van btw-activiteit werden ingediend;
• Vrijgestelde kleine ondernemingen die binnen de eerste 24 maanden van hun activiteit overgaan naar de normale btw-regeling;
• Nieuwe btw-eenheden (ongeacht de datum waarop de leden individueel ooit werden geïdentificeerd voor btw).
Btw-tegoeden op een ‘globaal’ btw-nummer (waarop iemand tal van buitenlandse btw-plichtigen kan vertegenwoordigen voor btw) komen niet in aanmerking voor deze nieuwe regeling voor starters.


2. Periode waarop het btw-tegoed betrekking heeft


Voor de nieuwe regeling van maandelijkse teruggaaf aan starters komen enkel de btw-tegoeden in aanmerking die betrekking hebben op een aangiftetijdvak dat valt binnen de 24 maanden die volgen op de datum van aanvang van de economische activiteit zoals die is vermeld in de aangifte van aanvang van de activiteit. Dus als die datum bv. 13 december 2019 is, dan geldt deze bijzondere regeling voor de teruggaaf van de btw-tegoeden die voortkomen uit de btw-aangiften tot en met de maand december 2021 (in te dienen tegen 20 januari 2022).
Btw-tegoeden met betrekking tot de periodes daarna zullen op kwartaalbasis voor teruggaaf in aanmerking komen, tenzij de btw-plichtige de vergunning verkrijgt tot maandelijkse teruggaaf zoals bedoeld onder nr. 9 hierna.

3.Aangifteregime


Het spreekt voor zich dat de startende btw-plichtigen die deze maandelijkse teruggaafregeling willen genieten, maandelijkse btw-aangiften zullen moeten indienen.


4. Minimumbedrag


Btw-tegoeden van minder dan 245 euro worden niet terugbetaald maar overgedragen naar de volgende aangifteperiode.


5. Indieningsdatum btw-aangifte


De fiscus wil van deze maandelijkse teruggaaf blijkbaar gebruik maken om starters er toe aan te zetten hun btw-verplichtingen nauwgezet na te leven. Daarom zullen onder deze regeling de btw-tegoeden slechts maandelijks terugbetaald worden als de btw-aangifte waaruit het tegoed volgt is ingediend binnen de wettelijke termijn, dus ten laatste de 20ste van de maand volgend op de maand waarop ze betrekking heeft. De fiscus staat hierop geen enkele tolerantie toe, zelfs niet in de vakantieperiode (geen zomerregeling).


6. Indieningswijze btw-aangifte


De bijzondere maandelijkse teruggaaf voor starters is enkel van toepassing als de maandelijkse btw-aangifte elektronisch wordt ingediend, en dus niet voor btw-plichtigen die op papier indienen omdat ze bv. een vrijstelling van indieningsplicht langs elektronische weg hebben gekregen.


7. Aanvraag btw-tegoed


De btw-plichtige starter die het maandelijkse btw-tegoed terugbetaald wil krijgen, zal net zoals alle andere btw-plichtigen het vakje ‘Vraag om teruggave’ in zijn maandaangifte moeten aankruisen.


8. Intrekking bijzondere teruggaafregeling


De fiscus kan de starter zijn recht op maandelijkse teruggave van btw-tegoeden weigeren als:
• de btw-plichtige niet langer aan voormelde voorwaarden voldoet;
• een teruggave werd verkregen op basis van een onjuiste btw-aangifte;
• er ernstige vermoedens of bewijzen zijn dat de betrokken aangifte of de voorgaande aangiften onjuiste gegevens bevatten die wijzen op een btw-schuld.

Bron: de btw-lijn

Toch nog even wachten met de aankoop van een nieuwe fiets?

Deze week wordt er in de kamer gestemd voor twee wetsvoorstellen die de aankoop van een fiets nog interessanter maken. Dat een fiets goed is voor de gezondheid en het milieu kunnen we na talloze studies nu wel met zekerheid concluderen. Toch moeten we nog altijd vaststellen dat de aankoop van een kwalitatieve fiets een hoge kost is. Voor dit in een zekere zin te compenseren zijn er twee wetsvoorstellen ingediend, voor de mensen nog meer aan te moedigen voor een fiets aan te kopen.

Eerst en vooral zou men het BTW-percentage van 21% herleiden naar het BTW-percentage van 6%. Dit zou resulteren in een besparing van maar liefst 15% op de aankoop van een nieuwe fiets. Hekelpunt is dat dit wetsvoorstel ook nog moet worden goedgekeurd door de Europese Commissie en ten vroegste in werking zal treden in 2020.

een tweede aanpassing die men wenst te implementeren is van belang voor de personenbelasting. Het voorstel is om een belastingvermindering aan 15% van de aanschaffingswaarde met een maximum van 2.000,00 € euro toe te kennen voor de aankoop van een nieuwe fiets.

  • cijfervoorbeeld 1:
    • aankoopprijs elektrische fiets: 5.000,00 €
    • 5.000,00 € X 15% = 750,00 €
    • U krijgt een belastingvermindering van 750,00 € door de aankoop van uw nieuwe fiets.
  • cijfervoorbeeld 2:
    • aankoopprijs 2 elektrische fietsen: 15.000,00 €
    • 15.000,00 € X 15% = 2.250,00 €
    • 2.250,00 € > 2.000,00 €
    • Uw belastingvermindering wordt beperkt tot 2.000,00 €.

Deze aanpassingen gecombineerd met de andere fiscale voordelen van een fiets maken de fiets een felbegeerd vervoersmiddel. Wij hopen alvast om in de toekomst nog meerdere initiatieven te zien om mensen te stimuleren om voor alternatieve vervoersmiddelen te kiezen.

Bron: de kamer

Verlaagd btw-tarief 6% van toepassing voor leveringen van bloemen en planten bij tuinaanleg.

Vanaf 1 april 2019 zal het mogelijk zijn om voor bloemen, planten & bomen die een tuinaannemer in het kader van een tuinaanleg of – onderhoud levert te factureren aan het verlaagde btw-tarief van 6%.

De aanleg van tuinen en het onderhoud ervan is momenteel immers een dienst, in het bijzonder een werk in onroerende staat, die onderworpen is aan het algemeen btw-tarief van 21%. Daardoor zijn ook de daarbij gebruikte materialen en planten onderworpen aan hetzelfde btw-tarief.

Zijn alle werken in de tuin onderworpen aan het btw-tarief 21%?

Indien er aan volgende voorwaarden voldaan worden kan men ook het verlaagd btw-tarief van 6% toepassen.

  • de woning moet ouder dan 10 jaar zijn;
  • de werken moeten betrekking hebben op een privéwoning (of het privégedeelte van een woning);
  • de werken worden rechtstreeks aan de eindgebruiker (eigenaar, huurder) gefactureerd.

“Bepaalde werken die aanpalend zijn aan de woning kunnen genieten van het verlaagd btw-tarief van 6% indien aan alle voorwaarden voldaan zijn.”

Hieronder kan u enkele voorbeelden terugvinden van werken die kunnen uitgevoerd worden een het verlaagd btw-tarief van 6%(rekening houdende dat bovenstaande voorwaarden voldaan zijn.):

  • luifels die bevestigd zijn aan de woning;
  • oprit, afsluitingen, pad of terras die rechtstreeks aan de woning aanpalend zijn;
  • aanleg van een groendak

Voor meer info, kan u altijd vrijblijvend met ons contact opnemen.

Bron: Wet van 27 februari 2019