Zoals verwacht heeft de overheid wegens de Corona-crisis de modaliteiten omtrent de voorafbetalingen aangepast, zij het wel beperkt. Concreet blijven de vermeerderingspercentages bij gebrek aan voorafbetalingen ongewijzigd. Enkel de percentages om deze vermeerdering weg te werken, worden voor de 3de en 4de voorafbetaling verhoogd in het voordeel van de belastingplichtigen.
Let wel op, deze maatregel geldt niet voor vennootschappen die:
een inkoop van eigen aandelen of een kapitaalvermindering doen;
dividenden betalen of toekennen tussen 12 maart 2020 en 31 december 2020.
De volledige aankondiging vindt u terug op de website van FOD Financiën
Bij twijfel omtrent de impact van de Corona-crisis blijft het dus wel aangeraden om minstens volgende voorafbetaling voor 10 juli 2020 af te wachten. Meer informatie omtrent de voorafbetalingen vindt u alvast terug op de pagina voor zelfstandigen & vrije beroepen of de pagina voor vennootschappen
Indien u vragen of opmerkingen heeft, aarzel dan niet om ons te contacteren.
Indien u beschikt over een bedrijfswagen wordt jaarlijks een voordeel van alle aard aangerekend. Dit voordeel wordt berekend aan de hand van een bepaalde formule, die steunt op de cataloguswaarde van de wagen, gecorrigeerd door de CO2-uitstoot.
Brandstof
Formule 2020
Diesel
VAA per jaar = [5,5% + (CO2-91) x 0,1%] x cataloguswaarde (incl. btw en opties) x 6/7
Benzine
VAA per jaar = [5,5% + (CO2-111) x 0,1%] x cataloguswaarde (incl. btw en opties) x 6/7
Elektriciteit
VAA per jaar = 4% x cataloguswaarde (incl. btw en opties) x 6/7
Veronderstel dat u op 1 januari 2020 de beschikking kreeg over een nieuwe bedrijfswagen met een dieselmotor, met aanschaffingsprijs van 25.000 euro, inclusief btw en eventuele opties. Die wagen heeft een Co2- uitstoot van 105 gram. Het voordeel van alle aard bedraagt dan ;
(5,5 % + (105-91) x 0,1 % ) x 25.000 x 6/7 = 1.478,57 euro.
Indien
u een bijdrage betaalt aan uw vennootschap, wordt het volgens bovenstaande
formule verminderd met de eigen bijdrage.
Het voordeel mag voor het inkomstenjaar 2020 nooit minder bedragen dan 1.360,00 euro.
U kan bij ons kantoor terecht voor verdere informatie, of bijstand met vragen over autofiscaliteit
http://fisaccount.be/wp-content/uploads/2015/06/fisaccount_logo.jpg00William Jansegershttp://fisaccount.be/wp-content/uploads/2015/06/fisaccount_logo.jpgWilliam Jansegers2020-03-30 16:17:452020-03-30 16:17:46Hoeveel kost uw bedrijfswagen dit jaar?
Met ingang van aanslagjaar 2021 (boekjaar dat ten vroegste ingaat op 1 januari 2020) wordt de aftrekbaarheid van autokosten in de vennootschapsbelasting strenger. Sinds 2008 waren alle kosten met betrekking tot personenwagens en wagens voor dubbel gebruik (met uitzondering van de interesten op leasing- of rentingcontracten) fiscaal aftrekbaar in functie van de Co-2 uitstoot van de wagens aan de hand van twee tabellen, één voor benzinemotoren en één voor dieselmotoren. De brandstofkosten waren, ongeacht de Co2- uitstoot van de wagen, steeds aftrekbaar aan 80 %.
Vanaf 1 januari 2020
zal de aftrek van autokosten gebeuren aan de hand van volgende formule:
Aftrekpercentage = 120 % – (0,5 x coëfficiënt x aantal gram Co2 per kilometer)
Coëfficiënt
:
1,00 voor dieselmotoren en dieselvarianten (dieselhybride)
0,95 benzine, LPG, biobrandstof, elektrische motor
0,90 aardgasmotor van minder dan 12 fiscale pk
Dit zal leiden tot minimaal 50 % en maximaal 100 % aftrekbaarheid, behoudens voor wagens waarvan de Co² uitstoot groter of gelijk aan 200 gram. In dat geval is slechts 40 % aftrekbaar (dus zonder toepassing van voornoemde formule).
Deze aanpassingen zullen in concreto leiden tot een aanzienlijke inperking van de aftrekbaarheid van de autokosten voor milieu-onvriendelijke wagens , zoals blijkt uit volgende voorbeelden:
Voorbeelden Co2 uitstoot Oude regeling Aftrekpercentage ajr.2021
Dieselwagen 40 gram 100 % 100 % (= 120 – 20)
Benzinewagen 60 gram 100 % 91,5 % (= 120- 28,5)
Benzinewagen 120 gram 80 % 63,0 % (=120 -57)
Dieselwagen 180 gram 50 % 50,0 % (i)
(i) 120 -90 = 30, maar opgetrokken naar het minimumpercentage van 50 %
Doordat de brandstofkosten niet langer aan een uniform
aftrekpercentage van 75 %, maar gekoppeld worden aan een wagen, zal de
administratie nog toenemen. Een globale
schatting is niet toegestaan.
De nieuwe regeling is toepasselijk voor alle wagens, zowel nieuwe, tweedehandse als het rijdende
wagenpark op het tijdstip van de inwerkingtreding.
Deze regeling is eveneens van toepassing in de personenbelasting, meer bepaald voor zij die winsten genereren (bv. handelaars) en baten ontvangen (bv. vrije beroeper). behalve voor wagens die aangekocht werden voor 1 januari 2018 ; met “aangekocht” bedoelt de wetgever een gedateerde en ondertekende bestelbon of een getekende leasingovereenkomst. Voor deze wagens blijft de aftrekbaarheid steeds minimaal 75 %, zelfs wanneer voornoemde formule tot een lager percentage zou leiden.
De CO2-uitstoot wordt
bepaald tijdens de homologatieprocedure van het type wagen. Er zijn twee
meetmethodes: de NEDC-procedure (New European Driving Cycle) en de nieuwe WLTP
(Worldwide harmonized Light vehicles Test Procedure). De WLTP vervangt
stapsgewijs de oudere NEDC-procedure.
De NEDC-waarde kan men terugvinden op het gelijkvormigheidsattest in vak 49.1. of via de website van Ecoscore Het is belangrijk dat u op het gelijkvormigheidsattest kijkt en niet op het inschrijvingsbewijs.
Voor voertuigen met twee CO2-uitstootgehaltes (WLTP en NEDC), mag tot en met 31.12.2020 met de NEDC-waarde rekening worden gehouden voor de berekening van het voordeel van alle aard.
De specifieke regels inzake hybridewagens komen in een afzonderlijke bijdrage
aan bod.
U kan bij ons kantoor terecht voor verdere
informatie, of bijstand bij vragen
omtrent de autofiscaliteit.
http://fisaccount.be/wp-content/uploads/2015/06/fisaccount_logo.jpg00William Jansegershttp://fisaccount.be/wp-content/uploads/2015/06/fisaccount_logo.jpgWilliam Jansegers2020-03-27 11:55:422020-03-27 11:55:43Autokosten: beperktere aftrekbaarheid voor milieuonvriendelijke wagens vanaf aanslagjaar 2021
Aangezien u en uw onderneming door de Corona-crisis ongetwijfeld een bewogen periode meemaken, hebben wij de voornaamste maatregelen die voor uw onderneming van toepassing kunnen zijn, trachten in een overzichtelijke samenvatting op te sommen. De maatregelen m.b.t. uw werknemers (economische werkloosheid) zijn hierbij niet opgenomen, hiervoor verwijzen wij u graag door naar uw sociaal secretariaat die omtrent deze materie beter geplaatst is om u veder te helpen.
Indien wij u kunnen bijstaan in bepaalde aanvragen voor premies / betalingsuitstel, aarzel niet om ons te contacteren.
hinderpremie
Voor Wie?
Voor ondernemingen met een exploitatiezetel in het Vlaamse Gewest.
Voor wat?
Getroffen zijn door de verplichte steunmaatregelen.
Bedrag:
€ 4.000,00
Uiterste datum aanvraag:
ten laatste binnen de 30 kalenderdagen na het aflopen van de verplichte sluitingsperiode.
Meer informatie (o.a. welke bedrijven verplicht moeten sluiten, aanvraagprocedure).
Voor meer info kan u terecht op de website van vlaio.
Overbrugginsrecht
Voor wie?
Zelfstandigen in hoofdberoep (ook bedrijfsleiders).
Voor wat?
Onderbreking van de activiteit ten gevolge van het Coronavirus.
Opgelet! Indien de onderneming niet verplicht moet sluiten: minimum 7 opeenvolgende kalenderdagen onderbreking voor elke maand waarvoor je het overbruggingsrecht aanvraagt!
Bedrag:
€ 1.291,69 (of € 1.614,10 met gezinslast)
Uiterste datum aanvraag:
Aanvraag indienen voor het einde van het tweede kwartaal na de onderbreking of stopzetting
Voor de aanvraagprocedure dient er contact opgenomen te worden om uw sociaal verzekeringsfonds (in de meeste gevallen is er reeds een online aanvraagformulier ter beschikking).
Betalingsmoeilijkheden wegens de coronacrisis
Naast de bovenstaande premies, zijn er eveneens maatregelen i.v.m. de betalingstermijnen voor sociale en fiscale schulden.
Door de onderneming aan te vragen:
Door de onderneming aan te vragen uitstel of vrijstelling van sociale bijdragen voor zelfstandigen.
Voor sociale bijdragen van het eerste en tweede kwartaal van het jaar 2020 kan een uitstel worden verkregen van één jaar zonder dat daarvoor verhogingen zullen worden aangerekend en zonder invloed op de uitkeringen. Hiervoor dient te worden bewezen dat de zelfstandige financiële moeilijkheden ondervindt door het coronavirus.
De natuurlijke- of rechtspersonen in het bezit van een ondernemingsnummer (KBO):
ongeacht hun activiteitensector;
die daadwerkelijk hinder ondervinden ingevolge de verspreiding van het coronavirus, en dit ook kunnen aantonen (vb. een daling van het omzetcijfer, een aanzienlijke daling van de bestellingen en/of reservaties, gevolgen van een “kettingreactie” met partnerondernemingen,…)
De steunmaatregelen kunnen niet toegekend worden aan ondernemingen die, onafhankelijk van het Coronavirus, structurele betaalmoeilijkheden kennen.
Zelfstandigen die hun voorlopige sociale bijdragen van het eerste kwartaal van 2020 niet tijdig voor 31 maart 2020 betalen, zullen omwille van de laattijdige betaling geen verhogingen moeten betalen. Hetzelfde geldt voor de laattijdige betaling van regularisatiebijdragen die op 31 maart 2020 moeten betaald zijn. Die verhogingen vallen automatisch weg. De zelfstandige moet dus geenaanvraag doen.
Fiscale schulden en BTW
Btw Betaling over …
Termijn verlengd tot …
Maandaangifte – februari 2020
20 mei 2020
Maandaangifte – maart 2020
20 juni 2020
Kwartaalaangifte – 1ste kwartaal 2020
20 juni 2020
BedrijfsvoorheffingBetaling over …
Termijn verlengd tot …
Maandaangifte – februari 2020
13 mei 2020
Maandaangifte – maart 2020
15 juni 2020
kwartaalaangifte – 1ste kwartaal 2020
15 juni 2020
Betaling van de personenbelasting en de vennootschapsbelasting
Voor de betaling van zowel de personenbelasting als de vennootschapsbelasting, de belasting van niet-inwoners en de rechtspersonenbelasting zal automatisch, bovenop de normale betaaltermijn en zonder aanrekening van nalatigheidsintresten, een extra termijn van 2 maanden worden toegekend. Deze maatregel geldt voor de afrekening van deze belastingen, aanslagjaar 2019, gevestigd vanaf 12 maart 2020.
Voor de betaling
van schulden inzake de personen- of vennootschapsbelasting, ook deze gevestigd
vóór 12 maart 2020, gelden de aangekondigde steunmaatregelen en zijn extra
betaaltermijnen, vrijstelling van nalatigheidsintresten en/of kwijtschelding
van boeten wegens laattijdige betaling, op aanvraag, mogelijk (zie puntje 1)
Door de onderneming aan te vragen).
De federale regering heeft nu nog bijkomende maatregelen genomen om extra financiële ademruimte te creëren voor de bedrijven en ondernemers. Zo wil ze de financiële gevolgen van het virus zo veel mogelijk verzachten.
Uitstel
voor het indienen van de aangiften in de VenB, RPB en BNI-ven met limietdatum
van 16 maart tot en met 30 april 2020
De belastingplichtigen krijgen extra tijd tot en met donderdag 30 april 2020
middernacht voor het indienen van de aangiften in de vennootschapsbelasting, de
rechtspersonenbelasting en de belasting niet-inwoners vennootschappen.
Deze bijkomende termijn geldt alleen voor de aangiften met een uiterste indieningdatum van 16 maart tot en met 30 april 2020.
1. Uitstel voor het indienen van BTW-aangiften.
Periodieke aangiften
Aangifte over februari 2020, termijn verlengd tot 6 april 2020
Aangifte over maart 2020, termijn verlengd tot 7 mei 2020
Aangifte over 1ste kwartaal 2020, termijn verlengd tot 7 mei 2020
De starters of houders van een vergunning die de maandelijkse teruggaaf van hun btw-krediet genieten, krijgen ook uitstel, maar slechts tot de 24ste van de maand volgend op de aangifteperiode.
Intracommunautaire opgaven
Opgave over februari 2020, termijn verlengd tot 6 april 2020
Opgave over maart 2020, termijn verlengd tot 7 mei 2020
Opgave over 1ste kwartaal 2020, termijn verlengd tot 7 mei 2020
Jaarlijkse klantenlisting
Termijn verlengd tot 30 april 2020
Als de belastingplichtige zijn activiteit heeft stopgezet: ten laatste op het einde van de 4de maand na het stopzetten van zijn aan de btw onderworpen activiteit.
2. Betaling van BTW en bedrijfsvoorheffing.
Een automatisch
uitstelvan
betaling van twee maanden voor de btw en bedrijfsvoorheffing
zonder boetes of interesten te moeten betalen.
Dit uitstel geldt voor:
BTW
Betaling over maandaangifte – februari 2020, termijn verlengd tot 20 mei 2020
Betaling over maandaangifte – maart 2020, termijn verlengd tot 20 juni 2020
Betaling over maandaangifte – 1ste kwartaal 2020, termijn verlengd tot 20 juni 2020
Bedrijfsvoorheffing
Betaling over maandaangifte – februari 2020, termijn verlengd tot 13 mei 2020
Betaling over maandaangifte – maart 2020, termijn verlengd tot 15 juni 2020
Betaling over maandaangifte – 1ste kwartaal 2020, termijn verlengd tot 15 juni 2020
Naast dit automatische uitstel van betaling kunt u voor de betaling van de schulden inzake de bedrijfsvoorheffing en btw ook de al eerder afgekondigde steunmaatregelen aanvragen. Via deze aanvraag kunt u bijkomende betaaltermijnen, een vrijstelling van nalatigheidsintresten en/of kwijtschelding van boeten wegens laattijdige betaling worden toegestaan.
3. Betaling van de personenbelasting en de vennootschapsbelasting.
Voor de betaling van zowel de personenbelasting als de vennootschapsbelasting, de belasting van niet-inwoners en de rechtspersonenbelasting zal automatisch, bovenop de normale betaaltermijn en zonder aanrekening van nalatigheidsintresten, een extra termijn van 2 maanden worden toegekend. Deze maatregel geldt voor de afrekening van deze belastingen, aanslagjaar 2019, gevestigd vanaf 12 maart 2020.
Voor de betaling van schulden inzake de personen- of vennootschapsbelasting, ook deze gevestigd vóór 12 maart 2020, gelden de aangekondigde steunmaatregelen en zijn extra betaaltermijnen, vrijstelling van nalatigheidsintresten en/of kwijtschelding van boeten wegens laattijdige betaling, op aanvraag, mogelijk.”
Indien er bijkomende maatregelen worden aangekondigd zullen wij deze ook bekend maken via onze website en per mail naar al onze klanten. Indien er in de tussentijd vragen zijn kan u altijd contact opnemen met jouw dossierbeheerder.
Bron: FOD Financiën & ITAA
http://fisaccount.be/wp-content/uploads/2015/06/fisaccount_logo.jpg00William Jansegershttp://fisaccount.be/wp-content/uploads/2015/06/fisaccount_logo.jpgWilliam Jansegers2020-03-19 14:30:082020-03-19 14:32:10Coronavirus – bijkomende steunmaatregelen FOD Financiën
De boekhoudwetgeving legt sinds 1975 de verplichting op om af te schrijven op alle materiële en immateriële vaste activa, zoals bv. wagens, machines, bureelmateriaal, etc. De regels worden strenger vanaf 1 januari 2020.
a) verplichte proratering van de annuïteit
De afschrijvingspercentages worden bepaald in functie van de economische gebruiksduur van het
actiefbestanddeel. Dit is vaak en
feitenkwestie. Zo oordeelde het Hof van Beroep te Antwerpen dat een Porsche
Cayenne niet op 5 maar op 7 jaar moet worden afgeschreven.
Heeft het tijdstip
waarop de investering plaatsvindt invloed op het bedrag van de afschrijving
? We lichten dit toe aan de hand van
een eenvoudig praktijkvoorbeeld.
Veronderstel dat uw vennootschap (met een boekjaar dat
samenvalt met het kalenderjaar) bijvoorbeeld een machine van 100.000 euro koopt
op 15 december 2019, die normaliter een gebruiksduur van 4 jaar heeft. Mag dan voor het boekjaar een afschrijving
van 25.000 (25 % van 100.000 euro) in kosten genomen worden, of moeten we dit
bedrag prorateren.
Zogenaamde “kleine” vennootschappen in de zin van artikel
1:24 WVV, konden inderdaad een volledige annuïteit ten laste leggen van het
resultaat van 2019. Werd die investering
evenwel gedaan door een “grote” vennootschap, dan moest de afschrijving
geprorateerd worden, dus 25.000 x 16/365 = 1.096 euro.
Voor alle vanaf 1 januari 2020 gedane investeringen zullen alle vennootschappen verplicht moeten prorateren
Ter herinnering: Volgens artikel 1:24 WVV is een vennootschap “klein” wanneer zij voor het
laatst afgesloten boekjaar niet meer dan één van voornoemde criteria
overschrijdt:
jaargemiddelde van het personeelsbestand: 50
jaaromzet, exclusief BTW : 9.000.000 euro
balanstotaal : 4.500.000 euro
Maar de vennootschap verliest haar statuut van “kleine” vennootschap pas als zij gedurende twee achtereenvolgende boekjaren meer dan één criterium overschrijdt.
b) Degressieve afschrijvingen
Ook degressieve afschrijvingen werden fiscaal aanvaard voor de meeste
activa , met uitsluiting van (onder meer) personenwagens of wagens voor dubbel
gebruik. Bij een degressieve
afschrijving mag een dubbele lineaire afschrijving ten laste van het resultaat
gelegd worden. We gaan terug naar het voorbeeld. Indien voor het belastbaar tijdperk 2019 werd
geopteerd voor een degressieve afschrijving kan 2 x 25.000 euro ten laste
worden gelegd van het resultaat.
Voor alle na 1 januari 2020 verrichte investeringen zal niet langer gebruik kunnen gemaakt worden van degressieve afschrijvingen in de vennootschapsbelasting.
c) Afschrijvingen aan 120%
Voor hiernavolgende investeringen kon men zelfs afschrijven op een hogere
waarde dan de aanschaffingswaarde, namelijk op 120 % van de
aanschaffingswaarde.
Dit was het geval voor:
elektrische
voertuigen
De kosten die specifiek zijn gedaan of gedragen om het gebruik van de fiets door
personeelsleden voor hun verplaatsingen in het kader van het woonwerkverkeer
aan te moedigen in de mate dat deze gedaan of gedragen zijn om een onroerend goed te verwerven, te bouwen, te
verbouwen dat bestemd is voor het stallen van fietsen tijdens de werkuren van
de personeelsleden of voor het ter beschikking stellen van een kleedruimte of
sanitair, al dan niet met douches, fietsen en toebehoren te verwerven, te
onderhouden en te herstellen die ter beschikking worden gesteld van de
personeelsleden.
De
vervoersmiddelen waarmee het collectief vervoer van personeel van de plaats van
tewerkstelling naar de woonplaats.
Vanaf 1 januari 2020 verdwijnt deze gunstregeling, en kan nog slechts worden afgeschreven op 100 % van de aanschaffingswaarde.
Voor meer info kan je steeds terecht bij ons op kantoor.
http://fisaccount.be/wp-content/uploads/2015/06/fisaccount_logo.jpg00William Jansegershttp://fisaccount.be/wp-content/uploads/2015/06/fisaccount_logo.jpgWilliam Jansegers2020-03-11 10:44:402020-03-11 10:44:40Afschrijvingen: striktere regels sinds 1 januari 2020
U kan aan uw vennootschap geld lenen. Kan u hierop rente aanrekenen ? Dit kan inderdaad. Tot voor kort bepaalde de wetgever niet welke
rente u mag aanreken. Sommige
rechtspraak aanvaardde de hoge rente die u verschuldigd bent als de
vennootschap aan u geleend heeft (zogenaamde “debetrente”,voor 2019: 8,78 %) andere argumenteerde dat een normale rente op
een vergelijkbaar krediet mogelijk was (rond 5 %). Ook de rechtspraak terzake
is zeer verdeeld. Hierop moet wel 30 %
roerende voorheffing worden ingehouden door de vennootschap.
Voor de vanaf 1 januari 2020 verschuldigde rente is deze onduidelijkheid opgelost. De fiscale wetgever bepaalt dat de aangerekende rente niet meer mag bedragen de rentevoet voor de maand november op MFI leningen van 1 miljoen euro op maximaal 1 jaar met variabele rentevoet, verhoogd met 2,5 percent. Deze kan u steeds terugvinden op (onder meer) de website van de Nationale Bank van België.
Deze rentevoet bedroeg in november 1,56 %, dus te verhogen met 2,5 %. In concreto heeft dit tot gevolg dat de (bruto)rente op een rekening courant (creditstand) niet meer mag bedragen dan 4,06 % voor 2020. De maximale rente voor 2021 zal vastgelegd worden op basis van de MFI –rente van de maand november 2020.
Indien de werkelijk aangerekende rente hoger is, dan zal het
overschrijdende gedeelte in de vennootschapsbelasting geen aftrekbare kost
zijn.
Let op voor het inkomstenjaar 2019 geldt deze beperking nog niet !
U kan bij ons kantoor terecht voor verdere informatie.
http://fisaccount.be/wp-content/uploads/2015/06/fisaccount_logo.jpg00William Jansegershttp://fisaccount.be/wp-content/uploads/2015/06/fisaccount_logo.jpgWilliam Jansegers2020-03-09 10:00:592020-03-09 10:01:00Hoeveel rente mag u vragen op uw rekening courant?
Een lichte vrachtauto is een voertuig dat ontworpen en gebouwd werd voor het vervoer van goederen en waarvan de toegelaten massa niet meer is dan 3.500 kg. Voor dat soort bedrijfsvoertuigen bestaat er in België een gunstiger fiscaal stelsel dan dat voor personenwagens.
De Fiscale definitie bepaalt vooral de manier waarop de laadruimte moet afgesloten zijn van de passagiersruimte en de verhouding van de lengte van de laadruimte t.o.v. die van de wielbasis (afstand tussen de twee assen). Daardoor vallen de meeste monovolumes, terreinwagens en luxe 4X4’s fiscaal gezien niet binnen de categorie van lichte vrachtauto’s.
Voor dit soort voertuigen (afhankelijk van het merk) is er echter een mogelijkheid tot ombouwen naar een lichte vrachtauto. In praktijk zijn er vier soorten lichte vrachtauto’s
Pick-ups met enkele cabine;
een volledig van de laadruimte afgesloten enkele cabine die, naast die van de bestuurder, ten hoogste twee plaatsen bevat;
een open laadbak, eventueel afgesloten met een dekzeil, een plat en horizontaal deksel of een opbouw ter bescherming van de lading;
Pick-ups met dubbele cabine;
een volledig van de laadruimte afgesloten dubbele cabine die, naast die van de bestuurder, ten hoogste zes plaatsten bevat;
een open laadbak, eventueel afgesloten met een dekzeil, een plat en horizontaal deksel of een opbouw ter bescherming van de lading;
Bestelwagen met enkele cabine;
een passagiersruimte die, naast die van de bestuurder, ten hoogste twee plaatsen bevat;
een laadruimte die is afgesloten van de passagiersruimte door een tussenschot van ten minste 20 cm hoogte of bij gebrek hieraan door de rugleuning van de enige rij zetels;
een laadruimte waarvan de lengte minstens 50% bedraagt van de lengte van de wielbasis;
een laadruimte die over haar hele oppervlakte bestaat uit een van het koetswerk deel uitmakende, vaste of duurzaam bevestigde horizontale laadvloer zonder verankeringsplaatsen voor banken, zetels of veiligheidsgordels;
Bestelwagens met dubbele cabine;
een passagiersruimte die, naast die van de bestuurder, ten hoogste zes plaatsen bevat;
een laadruimte die is afgesloten van de passagiersruimte door een niet afneembare ononderbroken wand uit een hard materiaal over de volle breedte en hoogte van de binnenruimte;
een laadruimte waarvan de lengte minstens 50% bedraagt van de lengte van de wielbasis;
een laadruimte die over haar hele oppervlakte bestaat uit een van het koetswerk deel uitmakende, vaste of duurzaam bevestigde horizontale laadvloer zonder verankeringsplaatsen voor banken, zetels of veiligheidsgordels.
Deze aanpassingen zorgen ervoor dat jouw lichte vracht van verschillende voordelen kan genieten.
geen belasting op inverkeerstelling;
lagere verkeersbelasting;
beroepskosten zijn voor 100% aftrekbaar;
recht op de investeringsaftrek;
het toezicht op de technische kenmerken die eigen zijn aan de fiscale definitie wordt uitgeoefend door de autokeuring.
Dus ben je opzoek naar een nieuwe wagen? Dan is het zeker niet slecht om erover na te denken om je wagen te laten ombouwen naar een lichte vracht.
http://fisaccount.be/wp-content/uploads/2015/06/fisaccount_logo.jpg00William Jansegershttp://fisaccount.be/wp-content/uploads/2015/06/fisaccount_logo.jpgWilliam Jansegers2020-02-20 14:14:362020-03-09 10:21:20Is een SUV ombouwen naar lichte vracht voordelig?