Vanaf 1 mei kunnen ook vrije beroepers failliet gaan

Vanaf 1 mei gelden nieuwe regels voor ondernemingen in financiële moeilijkheden. Vrije beroepen kunnen voortaan failliet gaan en een nieuwe start wordt makkelijker. Dit is echter niet voor iedereen goed nieuws: leveranciers dreigen met lege handen achter te blijven.

De nieuwe regels moeten het aantal faillissementen terugdringen. Is een faillissement toch onvermijdelijk dan krijgen eenmanszaken de kans om de draad weer op te nemen en met dezelfde of een andere activiteit te starten.

 

Alle ondernemers, dus ook zelfstandigen, kunnen voortaan een gerechtelijke reorganisatie aanvragen of failliet gaan. Een reorganisatie is bedoeld voor eenmanszaken en ondernemingen die slechts tijdelijk in financieel zwaar weer verkeren. Mits een tijdelijke bescherming tegen de schuldeisers en een reorganisatie kunnen ze de problemen het hoofd bieden.

 

Vrije beroepers zoals artsen, advocaten, notarissen, architecten, accountants, dierenartsen of kinesitherapeuten kunnen voortaan een reorganisatie doorvoeren of over de kop gaan. Hetzelfde geldt voor uitbaters van kinderdagverblijven, kunstenaars, juwelenontwerpers, componisten en zelfs voor particulieren die regelmatig een kamer verhuren via Airbnb of als zelfstandige Uber-chauffeur werken.

Ook zaakvoerders en bestuurders van vennootschappen vallen onder de nieuwe regels. Dat heeft ingrijpende gevolgen. Zijn volledige persoonlijke vermogen valt dan in het faillissement en kan verkocht worden om met de opbrengst de schuldeisers te betalen.

Niet alleen ondernemingen, maar alle rechtspersonen kunnen een gerechtelijke reorganisatie aanvragen of failliet gaan. De nieuwe regels gelden ook voor stichtingen, maatschappen of vzw’s zoals ziekenhuizen, rust- en verzorgingstehuizen of sportclubs.

 

Eenmanszaken, ondernemers die hun activiteiten niet in een vennootschap hebben ondergebracht, verdienen een tweede kans. Dat is het uitgangspunt van de nieuwe wetgeving. Ze moeten zo snel mogelijk over de middelen beschikken om een andere of gelijkaardige activiteit op te starten.

Daarom kunnen ze voortaan een volledige of een gedeeltelijke kwijtschelding van de restschulden krijgen. Dat zijn de schulden die overblijven nadat de curator de goederen van de failliete ondernemer heeft verkocht en de opbrengst heeft aangewend om de schuldeisers zo veel mogelijk terug te betalen.

In tegenstelling tot nu kunnen curatoren geen beslag meer leggen op het loon dat de ondernemer na de uitspraak van het faillissement verdient. Voortaan behoort het loon aan de ondernemer toe, zodat hij opnieuw een vermogen kan opbouwen.

De curatoren kunnen ook geen beslag meer leggen op de inkomsten die de ondernemer na de uitspraak van het faillissement te beurt vallen, zoals een erfenis.

 

Tenslotte wordt ook de drempel verlaagd waarbij een ondernemer in financiële moeilijkheden een minnelijk akkoord kan sluiten met een of meerdere schuldeisers.

 

De nieuwe regels gelden alleen voor de faillissementen die vanaf 1 mei worden uitgesproken. Op de faillissementen die eerder zijn uitgesproken blijven de oude regels van toepassing.